donderdag 20 december 2012

Palestijnse werknemers bij Israëlische Kolonisten

20-12-2012
Onderstaand artikel stond vandaag in de papieren Volkskrant.
Ad Bloemendaal

In Europa wordt opgeroepen producten uit Joodse nederzettingen in Palestijns gebied te boycotten.
De Palestijnse werknemers hopen dat het niet lukt. `Er is geen ander werk.'


BARKAN 'Een geschenk van Allah', zegt Um-Khalim (48) over haar baan in de Israëlische nederzetting Barkan, op de Westelijke Jordaanoever. De gescheiden Palestijnse moeder van twee dochters werkt er al twaalf jaar in het confectie-atelier van Mega Print, fabrikant van wegwerpkleding. Dat haar werkplek omstreden is, kan haar niet schelen.
'Ik werk hier met plezier,' zegt ze vanachter haar naaimachine. 'Met wat ik verdien kunnen mijn dochters aan de universiteit studeren. Heel wat mensen in mijn dorp benijden me.'


In Europa wordt opgeroepen tot een economische boycot van de nederzettingen in Palestijns gebied, maar die - oproepen ontmoeten in Barkan weinig begrip, ook niet bij Palestijnen.
'Wat willen ze van me? Er is simpelweg niet genoeg werk in de Palestijnse Gebieden', zegt Alam, een 50-jarige collega van Um-Khalim. Tot vorig jaar had hij een eigen confectie-atelier in Nablus, maar dat ging failliet. Alam: 'Via familie kreeg ik drie maanden geleden een baan bij Mega Print. Een gelukje. Ik heb vijf kinderen en ik kan niet van de wind leven. Zelfs als ik in Nablus werk zou vinden, zou ik er bijna niets verdienen.'
De boycotoproepen komen nog niet van Europese regeringen. Ook na de recente aankondiging van Israël dat het duizenden nieuwe huizen in bezet gebied gaat bouwen, volstond de EU opnieuw met het uiten van schriftelijke verontwaardiging. Binnen de EU is er zelfs geen meerderheid te vinden voor het duidelijk etiketteren van producten die uit de nederzettingen worden ingevoerd. De consument weet doorgaans niet beter of hij koopt `Made in Israel'.

Twee jaar geleden kondigde het Palestijnse Bestuur harde actie aan. Producten van de kolonistenindustrie zouden van de schappen verdwijnen en het  werd Palestijnen bij de wet verboden in nederzettingen te werken. Onder Israëlische werkgevers heerste heel even paniek. Moesten ze echt gastarbeiders  gaan werven in Thailand en India? Maar bij gebrek aan een Palestijns economisch alternatief verpieterde de actie al snel. Het leger van 30 duizend Palestijnse werkers in de nederzettingen is sindsdien alleen maar gegroeid.

Voordelige vestiging
Met 150 werknemers -van wie 90 Palestijnen - is Shamir Salades een van de grotere bedrijven in Barkan. In 1988 verhuisde het van Petah Tikva, bij Tel Aviv, naar de huidige locatie. 'Wegens ruimtegebrek', zegt directeurAmiram Guy. Maar er waren ook andere redenen: 'Het was voordelig. De regering stimuleerde industriële vestigingen bij nederzettingen en we hoefden Palestijnen niet het in Israël geldende minimumloon te betalen.'
Dat laatste veranderde in 2006, op last van het Hooggerechtshof. Palestijnse arbeiders verdienen nu minstens 23 shekel (5 euro) per uur en ze hebben recht op een vakantie-uitkering en een reiskostenvergoeding. Het komt neer op 900 euro per maand, vijf maal meer dan het inkomen van een productiemedewerker in de Palestijnse Gebieden.

'Hierin Barkan vormen Israëliërs en Palestijnen een model van vreedzaam samenleven,' zegt directeur Guy. 'Ik kan me niet herinneren dat er ooit spanningen zijn geweest. Zelfs niet in de tijd van de intifada's.' We lopen door afdelingen waar Palestijnse werknemers groenten schoonmaken, kikkererwten koken en met hummus gevulde kuipjes in dozen verpakken. 10 procent van de productie gaat naar de Verenigde Staten en Europa. Ook in Nederland is de hummus van Shamirin supermarkten te vinden.
'De Amerikanen maken geen problemen, maar in Europa betalen we 17 procent invoerrechten over al onze producten,' vertelt Guy. De EU redeneert dat Europese handelsovereenkomsten met Israël geen betrekking hebben op de Westelijke Jordaanoever. Ondernemers in de nederzettingen lijden daar financieel niet onder, want de Israëlische overheid compenseert hen volledig voor wat ze omschrijft als 'discriminatie'. Guy's enige klacht is dat de daarmee gemoeide bureaucratie hem hoofdpijn bezorgt.

De meeste bedrijven in de nederzettingen produceren alleen voor de Israëlische markt. De export naar Amerika en Europa bedraagt volgens een opgave van het ministerie van Buitenlandse Zaken niet meer dan 230 miljoen euro. Een schijntje van de internationale handel, maar toch vijftien maal de totale uitvoer van de Palestijnse Gebieden.
De boycotbeweging heeft een paar bescheiden successen geboekt met acties tegen bedrijven die eigendom zijn van multinationals. Zo heeft Heineken de Barak-wijnmakerij van de Westoever teruggetrokken en Unilever de snackfabrikant Begel Begel. Ook slotenmaker Mul-T-lock is door zijn nieuwe Zweedse eigenaar gerepatrieerd.

Israëlische werkgevers wekken graag de indruk dat de industrieterreinen op de Westoever zijn aangelegd om de Palestijnen een behoorlijke boterham te laten verdienen. In werkelijkheid zijn ze, net als de gewone nederzettingen, onderdeel van Israëls streven het in 1967 bezette gebied blijvend te beheersen.
Midden op de Westoever, vlak bij Barkan, ligt Ariel. Die grote stedelijke nederzetting vormt het belangrijkste steunpunt in de strategische route van Tel Aviv naar de Jordaanvallei. 'In 1981 werd ik gebeld door Ariel Sharon, met de vraag of ik bij Ariel een industrieterrein wilde stichten,' vertelt burgemeester Ron Nachman. `Dat heb ik gedaan in Barkan. We hebben hier nu in totaal tweehonderd bedrijven, die werk bieden aan zesduizend mensen. En er staan nog twintig bedrijven op de wachtlijst voor een uitbreiding.'

'Obstakels voor vrede'
Vorige maand publiceerde een reeks Europese NGO's -waaronder drie Nederlandse - een pleidooi voor maatregelen. De EUveroordeelt al jaren de nederzettingen als obstakels voor vrede, schrijven ze, maar ondertussen stimuleren de lidstaten hun groei door er handel mee te drijven. Oud-minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek pleit het in het voorwoord voor een invoerboycot of etikettering, die consumenten duidelijk maakt waar de producten vandaan komen.
Burgemeester Nachman moet niets hebben van 'die oerdomme boycotacties' in Europa: 'Begrijpen ze daar echt niet dat de Palestijnse arbeiders als eersten op straat zouden staan?'
De omstreden wet heeft zijn steun, want de boycot-eisers zijn 'beroeps-vredesactivisten, die Europa ophitsen omdat ze hier in Israël geen poot aan de grond krijgen'.'We hebbende Europeanen helemaal niet nodig,' zegt hij. 'Als ze het ons moeilijk maken, zoeken we wel andere afzetmarkten.'

Bijzondere websites
NGO MONITOR
 
HONEST REPORTING